De hoofdpijn van het zijn
19/10/2006Gisteren niet geblogd wegens te moe en het einde van Kubrick’s The Shining op de Canvas (en daarna toch wel weeral geen oorlogsfilmke zeker! Dat snorreke van Van Hecke heb ik nooit vertrouwd, maar allez, ze zijn er vanaf bij de BRT; kunnen ze misschien terug een openbare omroep worden in plaats van een soortement VTM). The Shining maakt mij nogmaals duidelijk dat architectuur een zeer existentiële aangelegenheid is en bovendien (of dus) zowel het licht als het duister kan dienen. Het grote art deco-achtige hotel in de film werkt tot kippenvel vervreemdend omdat er buiten het gezin helemaal niemand is. Een groot contrast met de situatie waarin het vol gasten en personeel zit, en dus de functie vervult waarvoor het ontworpen is. Het gebouw biedt geen beschutting, integendeel, het helpt in de verwaanzinning van Jack Nicholsons personage. Ik dacht bij de scènes waar Nicholson aan een tafel zit te schrijven in de enorme lounge spontaan (de oorlogsfilmkes!) aan de werkkamer van Hitler in het Rijksdaggebouw; werkelijk obsceen groot. Zeg mij hoe groot je kantoor is en ik zal zeggen hoe gestoord je bent… Hoe dan ook, Kubrick blijft voor mij een intimiderende onrustverwekker, die je in al zijn films confronteert met dingen die je liever niet onder ogen ziet. Hij heeft Stephen King, op wiens boek hij zich baseerde, ruim overtroffen.
Enfin, voor de rest dus drukke tijden op het kabinet! Al twee dagen veel werk verzet, maar vandaag op de valreep nog op het einde van de eerste dag van het 27ste Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congresgeraakt, weliswaar met hoofdpijn. Kathleen Van Brempt stuurde niet haar kat maar haar adjunct-kabinetschef, die voor een halflege aula de tekst mocht brengen. De congresorganisatie heeft in ieder geval niet begrepen dat een debat organiseren met zeven sprekers en één journalist van De Tijd, die denkt dat hij die vreselijke Bracke moet imiteren, geen goed idee is om uit te voeren tussen 17u30 en 18u30. Geen Kathleen dus om mijn hoofdpijn te verjagen met haar benenwerk en ook geen flitsend debat tussen enkele ad rem beroepsafkatters. Dan maar Dafalgan, zeker?
Ontspannen zal u morgen schrijven
Karel