Speer uit de kast

20/09/2006

Ik hou niet van ontgoochelingen. Zeker niet als ik ergens al een tijd naar uit kijk en het dan toch niet wordt wat ik er van verwacht had.

Het was gisteren op Canvas weer eens tijd voor leven en werk van de Nazi’s. Wat zegt u, Tony Mary, de kleineNapoleon?

Het eerste deel van “Speer und Hitler” (van kwart na elf tot bijna één uur na middernacht, wie vindt zoiets uit?) zat er echter helemaal naast. Het onderwerp kan nochthans niet stuk, denk ik zo. Albert Speer, de “goede” nazi, dat is zoiets als de “belezen” BV. Daar blijf ik voor op. Nee, Speer was geen pummel zoals Bormann en Göring, geen gevaarlijke gek zoals Himmler en Goebbels, geen ééndimensionale militair zoals Keitel en Jodl. Hij had klasse en was een op zijn minst ambivalente aanhanger, handlanger en beschermeling van Hitler. Omdat der Adolf hem liet bouwen, meer en grootser dan hij kon dromen? Architecten zijn per slot van rekening ook middenstanders. Of waren ze dan toch verliefd op elkaar?

In ieder geval, het programma was met vakmanschap ineengeschroefd tot een Totalfehler. Archiefbeelden aangevuld met interviewfragmenten met de kinderen Speer (allemaal goed terechtgekomen, veel architect geworden trouwens…) maar dan doorboord met geacteerde scènes in tweederangsfotografie. Wat is er beter om elke aanzet van een spanningsboog met de kaplaars stuk te trappen? Speer werd bovendien vertolkt door de Duitse neef van Jeroen Krabbé; weg die discrete charme van de bourgeoisie. Hitler zag eruit als een lid van zijn eigen Jugend en Goebbels als een communicant op leeftijd. Wie heeft zich die reeks laten aansmeren en er bovendien nog voor betaald?

Dit alles hield me nog een tijdje uit de slaap: is Canvas basse classe geworden, vermomd als boom, containerschip of vuurtoren? Kopen ze echt blindweg alles waar een hakenkruis op staat? Wanneer volgen de homevideo’s van Thomas B. ?! Ik hoopte dat een belezen BV volgende week bij Speybroeck aan komt dragen met “Albert Speer: his Battle with Truth” van Gitta Sereny, een journaliste die honderden uren bij Speer doorbracht. Ik las het boek in enkele winterse weken voor en na nieuwjaar, midden de jaren negentig.  Het is beter dan het recentere werk van Joachim Fest zaliger omdat Sereny doet wat een historicus niet kan: ze praat Speer zo subtiel in het nauw, dat hij door het niet te zeggen, het toch zegt: hij wist het, van de kampen. Haar boek is uitstekend geconstrueerd, lekker dik, met goed gekozen foto’s en een, in zekere zin, ontroerend relaas van Speers opgang in de Nazischaren. Ik zou echt niet graag zijn geweten geweest zijn. De rechters in Nürnberg kennelijk ook niet, dus gaven ze hem slechts een jaar of twintig Spandau.

Het boek is dus, zoals gelukkig zo vaak, veel en veel beter dan de serie. Vanavond haal ik het uit de kast.

Maar morgen schrijft u weer

Karel