Leve het openbaar vervoer!

07/01/2007

Vandaag dineerden L. en ik bij haar vader in Ninove. Aan tafel leidde het gesprek mijn herinnering naar een voorval op een koude maartse avond in het eerste jaar van deze eeuw. Het was bijna middernacht toen ik de Štefánik Airport uitwandelde. Ik was die avond vanuit Praag naar Bratislava gevlogen. We waren de drie laatste passagiers van de laatste vlucht en er was nog één taxi beschikbaar. We spraken alledrie Nederlands en één van ons kende ook slovaaks. Mijn hotel langs het verst op de route en ik weet bij god niet meer hoe we de zaken financieel geregeld hebben, maar het kan niet anders dan dat het billijk moet zijn geweest. En wat was ik blij als ik mijn hotelbed zag! Het alternatief was immers een doorwaakte nacht kleumen in de terminal.

Nog voor het dessert ging het gesprek over of en hoe zo’n situatie billijk kan opgelost worden. Ik begon onmiddellijk formuletjes op de achterkant van een enveloppe bijeen te krabbelen, maar we kwamen er niet echt uit. Omdat desserts nog altijd belangrijker zijn dan taxi’s, hernam ik pas thuis na het avondeten de problematiek. Die blijkt taaier dan gedacht…

Wat hebben we: bijna middernacht, kille kou, geen bed, laatste taxi, drie mensen, één taxichauffeur en vijf variabelen: de vaste kost voor een taxirit, het tarief per minuut en de plaats op het traject waar elke passagier uitstapt. Bovendien hangt het er ook van af welke informatie over die variabelen de passagiers en de chauffeur aan elkaar verstrekken.

Maar goed, Microsoft Excel (en vooral de functie “doelzoeken”) is daar heel instrumenteel voor, dus klap open die laptop! Maar zoals u merkt is het toch heel snel bijna middernacht eer je dan nog aan het bloggen toekomt.

Wat onthoud ik uit mijn denk- en simuleerwerk? Dat je als eerste in de taxi moet zitten. Vervolgens moet je in een taal die de chauffeur niet begrijpt zoveel mogelijk geld vragen aan de twee andere passagiers als “toegangsticket” tot de taxi. Indien je weet dat ze alletwee langer in de taxi moeten zitten dan jij, rijd je bovendien zelf altijd meer dan gratis.  Indien niet geniet je altijd minstens een korting. Het wordt moeilijker als de chauffeur dan toch geen idioot is. Dan zal die zijn deel van de koek eisen en in het slechtste geval van alle drie de kost van hun eigen traject eisen. De eerste in de taxi kan dan altijd de overige twee de toegang ontzeggen, maar dan heeft hij noch de chauffeur uitzicht op korting of winst en is het aan de chauffeur om zijn eisen te verlagen, waardoor de eerste weer kan onderhandelen met de overige twee. Ik hoef u niet te overtuigen van het feit dat ik er speltheoretisch gezien nog niet volledig uit ben…

Ik ga er in ieder geval van uit dat het hier om vier economisten gaat. Indien het allemaal gewone mannen zijn, eindigt het avontuur voor de vier diep in de nacht, lallend in de bar van het verst gelegen hotel. Of gewoon ongedenkwaardig billijk, zoals die keer in Bratislava. Hetzelfde vraagstuk met gewone vrouwen is ook gauw genoeg opgelost: het eindigt er mee dat de vrouwelijke chauffeur leeg wegrijdt en de drie passagiers voor zich uit starend naast elkaar de nacht uitzitten.

Veel geluk in dit jaar en enkel eerste plaatsen in laatste taxi’s wenst u

Karel

P.S. Gisteren nieuwjaarskabinetsdiner op het Martelaarsplein en ja hoor, onze kwisploeg eindigde eens te meer op tweede plaats. Deze keer geen sherry (zie mijn blog van 26 november) maar een prachtig Lannoo-boek over Art Nouveau in Europa. De troost der bouwkunst zalfde mijn gemoed…

P.S. Ik denk dat ik maandag mijn collega’s bovenstaand vraagstukje eens ga voorleggen… Of kan ik onze fractie een parlementaire vraag laten stellen aan de minister van mobiliteit, over de sociale aspecten van dit probleem en in welke mate de gelijke kansen hierdoor geschaad kunnen worden?